PH & thuis hulp nodig

Om mensen te helpen zo lang mogelijk zelfstandig thuis te kunnen wonen, hebben we in Nederland de Wet maatschappelijke ondersteuning. Hier kun je terecht voor heel veel soorten ondersteuning en hulp(middelen).

Verschillende zorg, verschillende wetten

In Nederland zijn verschillende soorten zorg en hulp geregeld in aparte wetten. Vanuit welke wet jouw zorg, ondersteuning of hulpmiddel betaald wordt, hangt af van je zorgvraag en je situatie. Je krijgt bijna nooit vergoedingen vanuit meerdere wetten en je kunt ook niet zelf kiezen vanuit welke wet je de zorg of vergoeding krijgt.

Stappenplan-Wmo

De verschillende wetten zijn:

De Wmo biedt zoals gezegd maatschappelijke ondersteuning. Dat betekent: hulp om zelfstandig te blijven wonen en mee te doen in de samenleving. Voor de uitvoering van de WMO hebben gemeenten een aantal taken en verantwoordelijkheden:

  • Leefbaarheid en sociale samenhang bevorderen
  • Mantelzorgers en vrijwilligers ondersteunen
  • Het bevorderen van mensen met een beperking of psychisch probleem om deel te nemen aan de samenleving
  • Maatschappelijke opvang aanbieden
  • Openbare geestelijke gezondheidszorg bevorderen
  • Informatie, advies en cliëntondersteuning geven
  • Verslavingsbeleid bevorderen
  • Jeugdigen met problemen preventief ondersteunen

De gemeente heeft de mogelijkheid om drie verschillende soorten voorzieningen beschikbaar stellen.

  • Algemene voorzieningen (bijv. een boodschappendienst)
  • Maatwerkvoorzieningen (bijv. toilet- en badkamervoorzieningen)
  • Vervoersvoorzieningen (bijv. een rolstoel)

Hulpmiddelen die je nodig hebt voor behandeling, verpleging, revalidatie en verzorging, worden vergoed door je zorgverzekering. Dit gaat bijvoorbeeld om een verstelbaar bed, een hoortoestel of incontinentiemateriaal. Als je zorg of verpleging nodig hebt met een medische noodzaak, is dat geregeld in de zorgverzekeringswet (Zvw). Je vraagt wijkverpleging aan bij een thuiszorginstelling en het wordt betaald door de zorgverzekeraar. Sommige middelen vallen onder je verplichte eigen risico. Zowel Wmo-ondersteuning als wijkverpleging krijg je voor een bepaalde tijd. Als je daarna nog zorg nodig hebt, moet je opnieuw een aanvraag doen

Heb je de rest van je leven langdurig intensieve zorg nodig? Dan kom je terecht bij de Wet langdurige zorg (Wlz). Om het ingewikkeld te maken: de zorgvormen kunnen hier dezelfde naam hebben als in de Wmo (bijvoorbeeld ‘begeleiding’) en de Zvw (bijvoorbeeld ‘verpleging’). En om het nog iets ingewikkelder te maken: niet iedereen die intensieve zorg nodig heeft, krijgt een indicatie voor de Wlz. Soms komt intensieve zorg vanuit de Zvw. Bijvoorbeeld als je zelf goed kunt beoordelen wanneer je hulp op moet roepen, lichamelijk in staat bent die hulp op te roepen en er niet direct een gevaarlijke situatie ontstaat als je iets langer op hulp moet wachten.

Persoonsgebonden budget of Zorg in natura

Of je nu zorg of hulp aanvraagt bij de gemeente, het zorgloket of de zorgverzekeraar, bij je aanvraag moet je vaak al laten weten of je die zorg via Zorg in natura (ZIN) of via een persoonsgebonden budget (pgb) wilt. Kies je voor Zorg in natura? Dan bepaalt de gemeente, het zorgkantoor of de zorgverzekeraar welke zorgorganisatie of leverancier jouw zorg of voorziening levert. Meestal heb je de keuze tussen een paar partijen waarmee jouw gemeente een overeenkomst heeft. Bij een persoonsgebonden budget bepaal je zelf bij wie je de zorg of voorziening inkoopt. Je hebt zelf de regie over je eigen zorg. Je koopt je voorziening (zoals een rolstoel of rollator) zelf in of je regelt de aanpassing van je huis met het bedrag dat je krijgt. Op deze website lees je er meer over. Hier kun je onder andere lezen hoe je ZIN en pgb met elkaar kunt combineren, dat is namelijk een optie!

Hoe werkt de aanvraag?

Als jouw voorziening moet komen uit de Wmo, is per gemeente anders geregeld waar en hoe je de aanvraag moet doen. Sommige gemeenten doen dit zelf, anderen besteden het uit aan een uitvoerder. Sommige gemeenten hebben een fysiek loket, anderen werken met een digitaal formulier, weer anderen komen altijd langs voor een gesprek en om de indicatie te stellen.

Hoewel verschillende gemeenten het dus op verschillende manieren aanpakken, ziet het proces er stap voor stap ongeveer zo uit:

  1. Je maakt een melding bij het Wmo loket van jouw gemeente. Dat kun je meestal online doen via de website van de gemeente. Je kunt natuurlijk ook telefonisch contact opnemen met het sociale loket van jouw gemeente.
  2. De gemeente onderzoekt je persoonlijke situatie, kijkt welke problemen je ondervindt en wat de beste hulp in jouw situatie is. Ook kijken ze naar wat je zelf nog kunt, al dan niet bijgestaan door buurtgenoten, vrienden of familie. Dit doen gemeenten allemaal op hun eigen manier. Vaak vindt er een keukentafelgesprek plaats. In deze brochure lees je waar je tijdens dat gesprek op moet letten.
  3. Heb je bericht hebt gekregen van de gemeente over je kansen (dat moet binnen zes weken), dan dien je een officiële aanvraag in. De gemeente moet na ontvangst binnen maximaal twee weken officieel hun beslissing schriftelijk aan je doorgeven. Als de voorziening afgewezen wordt, kun je hier bezwaar maken tegen de afwijzing.
  4. Je kunt vaak kiezen of je gebruik wilt maken van een persoonsgebonden budget (pgb) of hulp in natura (zie hierboven). Dit doe je in overleg. Voor hulp vanuit de Wmo betaal je een eigen bijdrage, het abonnementstarief. De eigen bijdrage bedraagt maximaal 19 euro per maand. De eigen bijdrage kan ook lager uitvallen. Op rijksoverheid.nl lees je er alles over.
Back To Top